ADMIRALENGRACHT 1952
Roepletters PCDS
Werf = N.V. Bodewes' Scheepswerven v/h Gebr. G. & H. Bodewes in Martenshoek (392)
BRT = 499 DWT = 850
L.o.a. x Br. x Diepte = 58,20 x 8,89 x 3,27
Motor = 4T 8 cil. Werkspoor (270x500) 500 rpk – 10 knopen
Op 29 december 1951 te water als
ADMIRALENGRACHT voor C.V. "Grachtenrederij" in Amsterdam. Op 16 februari 1952 opgeleverd. Beheer Spliethoff.
Op 15 maart 1956 onderweg van Antwerpen naar Londen na aanvaring met het Britse schip DEWSBURY (1910 - BRT=1.686) in dichte mist in de Wielingen bij Zeebrugge gezonken.
Pos: 51°22'NB en 03°11'OL
Bemanning werd gered.
In mei 1958 gelicht en gesloopt in Hendrik Ido Ambacht.
ALLE OPVARENDEN GERED !
Nederlands schip bij Zeebrugge gezonken
Bemanning van "Admiralengracht" te Vlissingen aan land gezet
Zoals vrijdag reeds in het kort werd gemeld, is de Nederlandse kustvaarder “Admiralengracht” in de nacht van donderdag op vrijdag ter hoogte van Zeebrugge aangevaren en gezonken. De “Admiralengracht” was in dichte mist ten anker gegaan nabij de boei “de bol van Heijst” en werd om vijf voor half drie ongeveer midscheeps – juist achter luik 1 – geraakt door het Britse stoomschip “Dewsbury” (1910 - 1686 ton).
De kustvaarder maakte onmiddellijk slagzij naar stuurboord en zonk snel. Binnen vijf minuten na de aanvaring was de stuurboordsloep gestreken en konden de uit elf koppen bestaande bemanning en de Nederlandse loods in veiligheid gebracht worden. De opvarenden werden aan boord genomen door de “Dewsbury”, die daarna ten anker ging. Vrijdagmiddag om half drie werden de bemanningsleden van de “Admiralengracht” en de loods in Vlissingen aan wal gebracht. Naar wij vernemen is de “Admiralengracht” gezonken buiten het vaarwater.
De geredden van de kustvaarder zijn de kapitein J. van Hoven, eerste stuurman M. van der Swan, tweede stuurman W. J. Pieterse, eerste machinist H. J. de Bie, tweede machinist J. F. Smit, derde machinist F. J. von Huben, kok H. W. Vingerhoets, de matrozen S. Out en W. L. Lodder, de matroos onder gage F. Pieterse, de lichtmatroos J. Lammers, en de Nederlandse loods R. J. Burgmeijer. Terwijl kapitein Van Hoven in het kantoor van cargadoors De Groof en Co. vrijdagmiddag direct na aankomst telefonisch verslag bracht aan zijn rederij Spliethoff’s Bevrachtingskantoor te Amsterdam, vonden overige leden van de bemanning onderdak in de Nederlandse Loodsensociëteit, waar wij met enkelen hunner een gesprek mochten hebben.
Onvermijdelijk
Ongeveer de helft van de bemanning lag donderdagnacht, toen de “Admiralengracht” ten anker was, te ruste. De eerste stuurman, die zich aan dek bevond, zag plotseling het licht van de voormast van het Engelse schip voor zich opdoemen. Hij voorzag dat een aanvaring onvermijdelijk was en wekte de slapenden. Terwijl hij daarmee bezig was boorde de boeg van de “Dewsbury” zich aan stuurboordszijde in de Nederlandse coaster. De stemming aan boord was en bleef rustig. De mannen begaven zich naar de sloep, die binnen vijfminuten gestreken was, en stelden zich in veiligheid. Om tien voor drie werden zij door de Engelsman aan boord genomen. Over de activiteiten van de ontvangst op de “Dewsbury” waren de mannen niet bijster goed te spreken. In tegenstelling tot de verwachting had het schip niet onmiddellijk een sloep gestreken en ook de verzorging aan boord liet veel te wensen over. Het duurde ongeveer tot kwart voor vier eer de schipbreukelingen een kop thee kregen. Een der mannen, die zich had moeten haasten en niet meer in de gelegenheid was geweest zich behoorlijk – of althans zo goed mogelijk- te kleden, moest door de Nederlandse loods, de heer Burgmeijer, van sokken worden voorzien. De belangstelling van de Engelsen was dus wel zeer summier.
In geen drie jaar….?
Over het niet strijken van een sloep, deelde een matroos van de “Dewsbury” nog mede, dat de sloepen aan boord van dit schip naar zijn weten de laatste drie jaren niet uit de davits geweest waren ! De Engelse matrozen organiseerden echter ogenblikkelijk een collecte aan boord om de Nederlanders, die van al hun bezittingen beroofd waren, van sigaretten te voorzien. In de Nederlandse Loodsensociëteit maakten de mannen druk gebruik van de telefoon om vrouwen, familieleden of verloofden van hun behouden aankomst mededeling te doen. De stemming was overigens uitstekend. Zij zullen vermoedelijk vandaag naar hun woonplaatsen worden vervoerd. Het Engelse schip, dat de bemanning van de “Admiralengracht” op de rede van Vlissingen overgaf aan een loodsboot, heeft gistermiddag de reis naar Antwerpen voorgezet.
dank aan Louis Almekinders
Uit het voormalige SOTD // Nalatenschap J.de Roode (R.I.P.) // Archief H.Pieterse